Cornelia Theodora (“Tol”, “Tonnie”, “Juf”) Steffelaar
1905 – 1981Een feestende Juf in 1960.
Jeugd en opleiding
Cornelia Theodora Steffelaar, binnen de Leidse en Haagse gymnastiekwereld bekend als “Tonnie” (1925) of “Tol”, werd geboren op 5 april 1905 in Breda, als dochter van Cornelis Theodorus Steffelaar, kapitein ter zee, en Johanna Hendrika van Ernst. In het jubileumboek van Brunhilde (2011) werd abusievelijk vermeld dat haar wieg stond aan de Rijnstraat in Den Haag, tegenover het Centraal Station en Antonia zou heten. Archiefonderzoek toont aan dat dit adres pas in een later stadium in haar leven relevant was. Wel is zeker dat Steffelaar op jonge leeftijd in aanraking kwam met de gymnastieksport, die haar verdere leven zou bepalen.
Op tienjarige leeftijd meldde zij zich als lid van Olympia in Den Haag, een vereniging die later Hellas zou heten. De turnsport zou haar hart en loopbaan bepalen: van 1917 tot 1925 volgde zij de Middelbare Meisjes School en de MO-opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Oefening te Den Haag. In 1925 rondde zij haar opleiding succesvol af.
Vroege loopbaan en specialisatie
In het interbellum was het voor vrouwen zeer lastig om een vaste baan als gymlerares te verkrijgen. Steffelaar blikte hierop terug: “Je had dan wel de MO-akte, maar dat betekende nog lang niet dat er ook een baantje voor je was. Als je per week een aantal uren les kon geven, mocht je al blij zijn.” Naast turnen hield zij zich ook bezig met atletiek en liep zij in estafetteploegen 4×100 m. Tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam van 1928 stond ze als reserve opgesteld, maar een deelname bleef uit.
Om zich verder te bekwamen volgde Steffelaar tal van bijscholingen. In januari 1926 nam ze deel aan de cursus Systeem Niels Bukh bij Anton Metz in Leiden. In 1927 bracht zij haar zomervakantie door in Ollerup aan de Deense hogeschool, waar zij zich het Bukh-systeem eigen maakte. Spoedig stond ze bekend als expert en werd zij uitgenodigd om met de dames van Brunhilde demonstraties te geven, waaronder in 1927 tijdens de algemene vergadering van het Gewest Zuid-Holland van het KNGV.
Hoofdleidster en vernieuwer
Op voordracht van Anton Metz, voorzitter van de Leidse Turnkring, werd Steffelaar op 4 mei 1926 aangesteld als leidster van de damesgymnastiekvereniging Brunhilde te Leiden. Haar kennismaking met verenigingpresidente Marie Dieben-Konings, mede op de Bukh-cursus, was voor haar toegang tot Brunhilde van doorslaggevend belang. Zij concludeerde spoedig dat de MO-opleiding vooral wetenschappelijk en te weinig praktijkgericht was voor leidinggeven bij een gymnastiekvereniging.
Na haar aanstelling groeide Steffelaar snel uit tot hoofdleidster van Brunhilde. Samen met Marie Dieben verzorgde zij jaarlijks de uitvoeringen in de Stadsgehoorzaal. Volgens haar collega Wil Mansveld: “Een uitvoering in elkaar draaien is iets aparts. Daar moet je een vreemde kronkel voor hebben. Steffie had die … zij nam zelfs pianoles om op nieuwe melodietjes oefeningen te verzinnen.”
Orde en discipline
Steffelaar stond bekend als een lerares van de oude stempel, met een groot gevoel voor orde, regelmaat en discipline. Ze was streng maar rechtvaardig, een moederfiguur voor haar leerlingen, die haar als ‘Juf’ waardeerden. In het jaarverslag over 1940 werd zij met lof bezongen: “…door haar energieke leiding worden toch heel wat stijve ruggetjes lenig … Beste Juf, blijf nog heel veel jaren onze gewaardeerde leidster.”
Atletiek, wandelprestatie en loyaliteit
Samen met Mr. Tommy Rice stond ze aan de wieg van de Brunhilde-wedstrijdatletiek. Meer dan twintig keer liep Steffelaar de Nijmeegse Vierdaagse, en wist zij zelfs in de oorlogsjaren als het openbaar vervoer wegviel, met de voeten de weg tussen Den Haag en Leiden te vinden. “Op het muurtje van café-restaurant Den Deijl ging ik dan even zitten om uit te rusten,” sprak ze hierover.
Steffelaar was als bestuurslid en later technisch-adviseur meer dan 40 jaar betrokken bij Brunhilde, en bleef haar club trouw, ondanks het feit dat lesgeven in Den Haag voor haar persoonlijk eenvoudiger zou zijn geweest.
Jubilea, erkenning en afscheid
Steffelaar vierde in 1951 haar 25-jarig jubileum als leidster, gevolgd door verdere festiviteiten met het 35- en 40-jarig jubileum. Zij werd met onderscheidingen en cadeaus overladen en in 1966 omhangen met het goud in de Orde van Oranje Nassau. Haar vertrek uit Brunhilde in 1968, na 42 jaar dienst, markeerde het einde van een tijdperk. In 1971 kreeg zij alsnog een officieel afscheidsdiner, in aanwezigheid van tientallen collega’s uit de Leidse gymnastiekwereld.
Overlijden en nalatenschap
Steffelaar overleed in 1981 te Den Haag. Door haar gedrevenheid, expertise en loyaliteit aan Brunhilde is zij een gezichtsbepalende figuur van de gymnastiekgeschiedenis gebleven en een bron van inspiratie voor latere generaties.
NB. Alle biografische informatie en correcties zijn gebaseerd op gemeentelijke archieven, jaarverslagen Brunhilde en relevante publicaties.